Het emplacement is opgedeeld in twee delen. Het eerste deel zijn de aankomst- en vertreksporen voor de treinen (zie ook Schoonebeek). Tevens is het mogelijk om hier eenvoudige rangeerbewegingen te maken. Het tweede deel is het terrein van de NAM. Hier bevinden zich de sporen naar de vulinstallaties. Tevens zijn er nog enkele opstelsporen voor goederenwagons die niet direct nodig zijn. In de eerste jaren worden de goederenwagons rechtstreeks vanuit vrachtauto's gevuld. Om de olie vanuit de vrachtauto in de goederenwagon te krijgen wordt een mobiele pomp gebruikt. Deze mobiele pomp staat op een stukje smalspoor evenwijdig aan het spoor. Als een goederenwagon vol is, wordt de mobiele pomp naar de volgende goederenwagon verreden. Er zijn meerdere mobiele pompen aanwezig om het vullen van de goederenwagons te versnellen.
Later is er een opslagdepot gebouwd. Dit depot is met buizen verbonden met een vulinstallatie tussen twee sporen. De goederenwagons die op deze sporen staan kunnen rechtstreeks worden aangesloten op de vulinstallaties. Aan de zuidkant ligt nog een 3e spoor. Hierop kunnen enkele extra goederenwagons geplaatst worden. Geregeld staat hier ook een leswagen. Deze goederenwagon leert nieuw personeel alle kneepjes van het vak die nodig zijn om de goederenwagons netjes en op de juiste wijze te vullen.
In de jaren 90 van de 20e eeuw neemt het vervoer steeds verder af en ligt soms zelfs stil. De dikke olie die in de Schoonebeekse grond zit, is economische niet meer interessant voor de olieconcerns. Via allerlei methodes wordt geprobeerd de olie toch op een financieel interessante manier uit de grond te krijgen. Nadat de Nederlandse verwerkende industrie afhakt is er in 1996 nog een opleving vanuit Duitsland. NS-Cargo staat het de Bentheimer Eisenbahn zelfs toe om de oliewagens zelf in Schoonebeek te gaan halen. Het blijft echter bij een tijdelijke opleving en gaat ook dit transport ter zielen.
Vanaf de olielaadplaats loopt een lijntje naar de werkplaats van de NAM dit verkeert anno 1986 echter al een in een slechte staat van onderhoud.
Na de sluiting van de oliewinning heeft de NAM het laadstation geheel ontmanteld. In het landschap is er nauwelijks nog iets van terug te vinden. In 2001 is ook het spoor bij het laadstation verwijderd. Het wissel in de stamlijn en enkele tientallen meter rails richting het voormalige laadstation zijn blijven liggen en lopen dood tegen een stootblok. Het vrijgekomen materiaal is ter beschikking gesteld aan de STAR in Stadskanaal. Deze heeft met het materiaal een omloopspoor bij station Wildervank gerealiseerd. Het zelden gebruikte spoor naar de werkplaats is echter blijven liggen en inmiddels geheel overwoekerd.
De NAM onderzoekt in het begin van de 21e eeuw of het met nieuwe technieken mogelijk is om de restanten olie alsnog uit de grond te halen. In de nieuwe plannen die tussen 2005 en 2010 gerealiseerd moeten worden, speelt de trein echter geen rol meer. De olie zal via een pijplijn naar een raffinaderij in Bentheim worden getransporteerd. Inmiddels is de bouw van de nieuwe installatie gestart en moet er in 2011 weer olie uit de grond komen, |
Vulinrichting en het oliedepot van de NAM te Schoonebeek.
Ansichtkaart, uitgegeven door Fa. H. van Wieren te Nieuw-Amsterdam. Kaart is afgestempeld in 1951.
Vulinrichting van de NAM te Schoonebeek. Links het 3e spoor met een extra ketelwagen.
Foto R. van Wissen, 4 januari 1986.
Spoor naar de werkplaats van de NAM in Schoonebeek.
Foto R. van Wissen, 5 mei 1986.
Einde van het spoor op het terrein van de werkplaats.
Foto R. van Wissen, 28 mei 2005.
|